Luchtvaart heeft impact op de omgeving van luchthavens. Dat is onvermijdelijk. Daarom zoeken we naar een goede balans tussen alle belangen die erbij komen kijken. We willen immers internationaal goed bereikbaar blijven, maar wel met zo weinig mogelijk overlast.
Participatie ‘Nieuwe indeling van het luchtruim’
In het Schetsontwerp van de nieuwe indeling is op voorhand zoveel mogelijk rekening gehouden met de impact op de omgeving, onder meer op basis van de Luchtvaartnota 2020-2050. De nieuwe indeling van het Nederlandse luchtruim staat niet op zichzelf en moet aansluiten op het internationale luchtruim. Bij deze wijzigingen, die op grote hoogte plaatsvinden, zijn de mogelijkheden beperkt om aanvullende wensen uit de omgeving mee te nemen in het ontwerp.
Bij de vervolgstappen van de nieuwe indeling van het luchtruim wordt allereerst ingezet op goede informatievoorziening en dialoog met betrokken partijen:
- Als de nieuwe indeling effect heeft op de geluidcontouren van luchthavens, dan wordt te zijner tijd bezien welke wijziging in de besluitvorming rondom Schiphol nodig is.
- Op diverse plaatsen in het land zijn informatiebijeenkomsten georganiseerd om bewoners te informeren over de wijzigingen en de te verwachten effecten.
- Belanghebbenden rondom Schiphol en de regionale luchthavens van nationale betekenis worden via de bestaande overleggremia geïnformeerd over de plannen.
- Daar waar de effectanalyse van het Schetsontwerp lokale geluideffecten laat zien, wordt een gerichte dialoog met de omgeving aangegaan. Met de relevante overleggremia wordt besproken in hoeverre betrokken partijen hierover willen adviseren.
- Provinciale bestuurders wordt gevraagd om de bewindspersonen van Infrastructuur en Waterstaat en van Defensie te adviseren via het Bestuurlijk Overleg. Hier kunnen provinciale bestuurders hun advies geven over de nieuwe luchtruimindeling. Waar nodig worden de provincies ook gevraagd om belanghebbende gemeenten te betrekken in het proces.
- De Tweede Kamer wordt bij het Voorlopig Ontwerp (2026), voordat definitieve besluitvorming plaatsvindt, in de gelegenheid gesteld om zich uit te spreken over de nieuwe indeling van het luchtruim. Bij het Voorlopig Ontwerp wordt een nieuw participatieplan gepubliceerd.
Adviescommissie
Het nut en de noodzaak van de nieuwe indeling van het luchtruim is op verzoek van de Tweede Kamer beoordeeld door de Adviescommissie ’Uitvoering programma Luchtruimherziening’. Daarbij is ook gekeken naar Hoger Naderen. De commissie heeft op 18 november 2025 haar adviesrapport overhandigd aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de staatssecretaris van Defensie. Het adviesrapport en de brief aan de Tweede Kamer vindt u bij Documenten Luchtruimherziening onder Overzicht 2025.
De aanbevelingen van de commissie worden benut voor het Voorlopig Ontwerp van de nieuwe indeling van het luchtruim. Het Voorlopig Ontwerp wordt in de tweede helft van 2026 aan de Tweede Kamer aangeboden. De adviescommissie heeft bij haar advies de inbreng van omwonenden, de luchtmacht, luchtvaartmaatschappijen en overheden betrokken. Hiervoor was een klankbordgroep opgericht.
De adviescommissie was onafhankelijk en stond onder leiding van voorzitter Jan Jacob van Dijk. De andere leden van de commissie waren:
- Prof. dr. Ir. Mirjam Snellen, Hoogleraar, TU Delft
Expertise: Leefomgevingskwaliteit (luchtvaartgeluid). - Prof. dr. Frans Osinga, Hoogleraar, Universiteit Leiden
Expertise: Militaire paraatheid. - Dr. Ir. Vincent Meijer, Universitair hoofddocent, TU Delft
Expertise: Leefomgevingskwaliteit (klimaateffecten civiele luchtvaart). - Ir. Joris Melkert, Universitair docent en onderwijsdirecteur, TU Delft
Expertise: Luchtruimbeheer en -gebruik.
Participatie ‘Hoger naderen’
Bij de projecten die onder ‘Hoger naderen’ vallen, worden omwonenden en andere belanghebbenden betrokken. Om ervaring op te doen in het huidige luchtruim wordt sinds 2025 met de omgeving gewerkt aan een leertraject op Schiphol, op één landingsbaan. Er is gekozen voor de Zwanenburgbaan waarbij het vliegtuig landt in zuidelijke richting. De lessen daarvan worden daarna gebruikt bij de vervolgprojecten rondom luchthavens Schiphol en Rotterdam The Hague Airport.
Zowel bij het leertraject als het vervolg worden omwonenden en andere belanghebbenden betrokken. De exacte planning van de vervolgprojecten is afhankelijk van het leertraject en de implementatie van de nieuwe indeling van het luchtruim. In de Startnotitie Hoger Naderen staat meer informatie over het leertraject en de vervolgprojecten. De participatieaanpak van het leertraject is daar onderdeel van.