Beleidsafweging BVLOS operaties in Nederland

IenW wil veilig en verantwoord ruimte beschikbaar stellen voor BVLOS operaties. IenW ontwikkelt een ‘BVLOS Brochure’ waarin een stappenplan is opgenomen dat aangeeft wanneer we welke knelpunten moeten oplossen om BVLOS-operaties mogelijk te maken.

Afweging luchtruim

Vanwege het drukke en complexe lagere luchtruim is het voornemen om één gebied aan te wijzen waar BVLOS testen en experimenten (laagdrempelig) uitgevoerd kunnen worden. Dit wordt ook wel het voorkeursgebied (1) genoemd. Dit gebied zal een permanente plek krijgen in het Nederlandse luchtruim.

Als uw test of experiment niet binnen dit gebied mogelijk is, kunt u een tijdelijk uitzonderingsgebied (2) aanvragen, dat voor een tijdelijke duur wordt aangewezen in het luchtruim.

1. Voorkeursgebied

In Nederland is onderzoek gedaan of één permanent voorkeursgebied kan worden gerealiseerd. In dit gebied staat de doorontwikkeling centraal van BVLOS toepassingen, zoals het U-space airspace prototype en de integratie van bemand en onbemand vliegen. Het voorkeursgebied tussen Katwijk aan Zee en de Port of Rotterdam is geselecteerd voor de doorontwikkeling. Dit gebied zal in deelgebieden (van klein naar groot) gecontroleerd veilig worden opgeleverd waar het luchtruim dit toestaat. De dimensie (benodigde luchtkolom) en de omvang van het gebied zullen worden vastgesteld na het uitvoeren van een behoefte-inventarisatie onder de exploitanten, een luchtruimveiligheidsanalyse en consultatie met de luchtruimgebruikers. Voor dit gebied zal de ‘wijzigingsprocedure luchtruim en vliegprocedures’  door de Provincie Zuid-Holland als initiatiefnemer worden gevolgd. Indien nodig worden vergunningen voor testen en experimenten binnen dit gebied aangevraagd bij de ILT.

2. Tijdelijk uitzonderingsgebied voor BVLOS (gesegregeerd luchtruim)

Als uw operatie niet in het voorkeursgebied kan worden uitgevoerd, kunt u een aanvraag doen voor een tijdelijk uitzonderingsgebied. Dit gebied wordt aangewezen door middel van een Tijdelijk Gebied met Beperkingen (TGB) en is bedoeld als tijdelijke overgang totdat de operatie geen gesegregeerd luchtruim nodig heeft. Hiermee kan de ILT het gebied sluiten voor ander luchtverkeer of aanvullende voorwaarden stellen aan alle luchtruimgebruikers binnen dat gebied. Er zijn veel aanvragen voor uiteenlopende toepassingen, het luchtruim in Nederland heeft (in tegenstelling tot grotere EU-landen) beperkte ruimte. Daarom worden TGB’s alleen bij uitzondering afgegeven. Er gelden nationale voorschriften zoals gepubliceerd op de ILT website.

IenW wil in Nederland gerichte keuzes maken welke ontwikkelingen passen in de beleidsdoelstellingen. Daarom zijn criteria ontwikkeld om de verschillende initiatieven af te wegen. In deze criteria ligt een verantwoordelijkheid voor het IenW beleid (DG Luchtvaart en Maritiem) vanuit de maatschappelijke overweging. Voor de veiligheid van de operatie (vergunningverlening) en het luchtruim is ILT verantwoordelijk.

Pre-advies beleid tijdelijk uitzonderingsgebied (DGLM)

U stuurt uw verzoek voor een tijdelijk uitzonderingsgebied naar DGLM voor een pre-advies naar beleidsadvies_onbemandeluchtvaart@minienw.nl. Dit advies heeft geen juridisch status, maar geeft wel duidelijkheid over de maatschappelijke overweging voor een uitzonderingsgebied en de mogelijke risico’s die ontstaan. Behandel in uw verzoek de volgende criteria en omschrijf deze kernachtig:

  1. Omschrijf duidelijk het doel van de vlucht;
  2. Toon aan dat een (E)VLOS operatie of het gebruik van bestaand gesegregeerd of gecontroleerd luchtruim niet volstaat voor het uitvoeren van de voorgenomen experimentele BVLOS-operatie. Denk zowel aan het luchtruim in beheer van IenW alsmede Defensie.
  3. Wordt het algemeen nationaal of Europees belang gediend met de uitvoering van de experimentele- of testvlucht(en);
  4. Draagt uw test of experiment bij aan de kennisontwikkeling voor de toekomstige integratie van bemande en onbemande luchtvaart, de beleidsdoelstellingen van IenW en het stappenplan van de BVLOS-brochure;
  5. Bij gebruik van nieuwe apparatuur wordt door de operator een stappenplan opgesteld om de techniek te valideren. Deze validatie kan invloed hebben op de benodigde luchtruimmaatregelen per stap en hiermee ook de consequenties voor het luchtruim. Zie ook hieronder bij ‘omgang gebruik detectieapparatuur’;
  6. Toon aan dat het uitzonderingsgebied van tijdelijke aard gedurende de tijdsduur van de test/het experiment;
  7. Lever een analyse van het luchtruimgebruik en de consequenties voor andere luchtruimgebruikers. Bij voorkeur heeft vooraf consultatie met de andere luchtruimgebruikers plaatsgevonden en is hier een verslaglegging van. Als de consultatie niet heeft plaatsgevonden zal de aanvrager aantonen hoe de consultatie zal plaatsvinden;
  8. Vanwege het ontbreken van uniforme luchtverkeerregels van toepassing op het gecombineerde gebruik van het luchtruim door bemande en onbemande luchtvaartuigen, toont de aanvrager aan hoe de veiligheid kan worden geborgd. Dit is alleen van toepassing indien een TGB nodig is waar onder voorwaarden ook ander luchtverkeer is toegestaan;
  9. De aanvrager staat ervoor open dat IenW ook zelf leervragen heeft tijdens het traject. De aanvrager is bereid een alliantie met DGLM te sluiten voor de duur van het experiment.
  10. De aanvraag zal minimaal 3 maanden in beslag zal nemen.

Binnen 6 weken ontvangt u van DGLM een reactie op uw verzoek. Voor het advies stemt DGLM af met de ILT. De analyse van veiligheid van de operatie en het luchtruim volgt in de volgende stap.

Omgang gebruik detectieapparatuur

In toenemende mate worden niet-gecertificeerde technieken getest om bemand verkeer te detecteren voor een BVLOS-operatie. IenW staat open om te leren van de nieuwe technieken, mits dit past in de beleidsdoelstellingen van IenW en de voorgestelde stappen in de BVLOS brochure. Door middel van een validatietraject kan stapsgewijs en in een gecontroleerde omgeving de veiligheid en betrouwbaarheid van het systeem worden aangetoond. IenW werkt in Europees verband aan de doorontwikkeling en verduidelijking van de bijbehorende regelgeving.

ILT-afweging BVLOS operaties uitzonderingsgebied in Nederland

De vergunning kan bij de ILT officieel worden aangevraagd ter beoordeling van de veiligheid van de operatie en het luchtruim. Voor een succesvolle aanvraag zal aan de volgende criteria voldaan moeten worden:

  1. De voorwaarden onder stap 3a van het maatwerkverzoek (E)-VLOS
  2. De nationale voorschriften van de ILT;
  3. In de risicoanalyse is specifiek aandacht voor het luchtruimgebruik en het experimentele karakter van de vluchten. Het gebruik is geanalyseerd en de consequenties voor de andere luchtruimgebruikers is door de aanvrager in beeld gebracht. Bij voorkeur heeft vooraf consultatie met de andere luchtruimgebruikers plaatsgevonden en is hier een verslaglegging van. Dit is vooral belangrijk als hier (vlieg)procedures uit voortkomen. Als de consultatie niet heeft plaatsgevonden moet de aanvrager aantonen hoe de consultatie zal plaatsvinden. De ILT beoordeelt de luchtvaartveiligheid;
  4. De aanvrager kan aantonen dat het uitzonderingsgebied van tijdelijke aard is gedurende de tijdsduur van de test/het experiment;
  5. De aanvraag geldt in principe voor 1 operatie, waarbij de specificaties van deze operatie vooraf bekend zijn gemaakt bij de ILT. Als de tijdelijke luchtruimmaatregel wordt ingesteld kan een aanvullende aanvraag worden gedaan voor een andere operatie, mits dit binnen de veiligheid- en capaciteitscriteria van het gebied valt. ILT beoordeelt of deze aanvraag binnen de criteria past.