In stappen naar verduurzaming van de luchtvaart

De regering en luchtvaartsector maken afspraken en plannen zodat er minder uitstoot is van schadelijke broeikasgassen zoals CO2. Ook op Europees niveau zijn er afspraken gemaakt over verduurzaming van de luchtvaart.

Geen uitstoot CO2 luchtvaart in 2070

In het Akkoord Duurzame Luchtvaart [2019] maakten de regering en de luchtvaartsector een aantal afspraken. Deze zijn in 2020 overgenomen in de Luchtvaartnota 2020 -2050 en passen bij Europese en Nederlandse klimaatdoelen. Dit zijn de belangrijkste afspraken:

  1. De luchtvaart moet in 2070 klimaatneutraal zijn. Dat betekent dat de luchtvaart in 2070 geen CO2 meer in de lucht brengt.  De CO2-uitstoot van de internationale luchtvaart is de afgelopen twintig jaar toegenomen. Het kabinet wil dan ook de uitstoot in stappen verminderen:
    • 2030: tot het niveau van 2005
    • 2050: 50% minder dan 2005
    • 2070: nul CO2-uitstoot
  2. De grondoperatie op vliegvelden is in 2030 klimaatneutraal. Grondoperatie betekent het rijden van vliegtuigen over de grond en het gebruik van andere voertuigen op het vliegveld. Bijvoorbeeld het vervoer van bagage, passagiers en vracht op de grond.
  3. In 2050 moet de hele binnenlandse luchtvaart klimaatneutraal zijn. Er wordt een CO2-plafond uitgewerkt om de klimaatdoelen veilig te stellen.
  4. Nederland gaat bij Europese en wereldwijde afspraken inzetten op hogere klimaatdoelen voor de luchtvaart.

Duurzame brandstoffen, hybride en elektrische vliegtuigen

De regering wenst ook dat er steeds meer duurzame, schonere brandstoffen worden gebruikt voor vliegtuigen, zoals biokerosine of synthetische kerosine. Biokerosine is brandstof gemaakt van bijvoorbeeld mest, hout of algen. Synthetische kerosine kan onder andere worden gemaakt met CO2 uit de atmosfeer en waterstof die met groene stroom is opgewekt. In 2030 moet 14 procent van de brandstof van vliegtuigen duurzame kerosine zijn. In 2050 geldt dat voor alle brandstof.

Luchtvaartmaatschappijen gebruiken nu nog bijna geen duurzame brandstoffen. Want die zijn veel duurder dan fossiele brandstoffen. Nederland zet voor Europa in op een bijmengverplichting van duurzame brandstoffen voor vliegtuigen. Op dit moment lopen de onderhandelingen om tot een Europese bijmengverplichting te komen via het ‘Fit for 55’ pakket.

Nederland wil in 2030 horen bij de internationaal best presterende landen op het gebied van hybride en elektrisch vliegen. De Rijksoverheid maakt daarvoor samen met het bedrijfsleven en kennis- en onderzoeksinstellingen plannen om elektrische vliegtuigen te ontwikkelen. Deze plannen werken zij uit in het Actieprogramma Hybride Elektrisch Vliegen (AHEV).

Het kabinet verwacht daarnaast dat vernieuwingen in de luchtvaart goed zijn voor de economie en nieuwe banen oplevert. Want Nederland is nu in West-Europa verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de productie en verkoop van kerosine. En heeft daarnaast alles in huis voor een belangrijke rol op de markt voor duurzame brandstoffen. Denk daarbij aan voordelen als Nederlands’ goede chemische industrie, kennisinstellingen, infrastructuur (het netwerk van pijpleidingen), en lucht- en zeehavens.

Gebruiker betaalt voor uitstoot CO2

De kosten van duurzame luchtvaart zijn hoog. Dit kabinet wil dat deze kosten beter worden meegenomen in de prijzen van het vliegverkeer. Het kabinet heeft daarom de vliegbelasting ingevoerd. De belasting geldt voor alle passagiers die vertrekken vanaf een Nederlands vliegveld. Daarnaast zet het kabinet in op Europese afspraken over het belasten van de brandstoffen voor de luchtvaart.

Investeringen in duurzame luchtvaart

De komende jaren geeft de overheid € 263,9 miljoen uit om de Nederlandse luchtvaartsector energiezuinig te maken. Dit doet zij samen met tientallen bedrijven en kennisinstellingen. Dit geld komt van het Nationaal Groeifonds.

Het doel is een duurzame groei van de economie voor de toekomst. Het geld wordt onder andere gebruikt om nieuwe uitvindingen aan te moedigen. Denk aan nieuwe ontwerpen voor vliegtuigen. Of het gebruiken van nieuwe vormen van aandrijving, zoals elektriciteit en waterstof.

CO2-compensatie- en reductiesysteem (CORSIA)

Vanaf 2021 mag de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen door vliegtuigen niet meer groeien. Nederland en 190 andere landen maakten daarom afspraken die de uitstoot en handel in CO2 regelen. Dit compensatie- en reductiesysteem voor internationale luchtvaart (CORSIA) is nu nog vrijwillig voor landen. Maar vanaf 2027 is dit verplicht.

Lees meer over de verplichtingen van Corsia op de website van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa).

Europees emissiehandelssysteem EU ETS

Vliegen tussen bestemmingen in Europa valt onder het Europese emissiehandelssysteem EU ETS. Daarmee kunnen grote energieverbruikers, zoals vliegmaatschappijen, handelen in emissierechten. Dat is het recht om broeikasgassen uit te stoten. Er zijn niet veel rechten beschikbaar en het worden er ook nog eens elk jaar minder. Bedrijven kunnen dus samen steeds minder CO2 uitstoten. Daardoor wordt investeren in duurzaamheid steeds aantrekkelijker. Wie minder uitstoot, kan zijn rechten verkopen.

Als onderdeel van het Fit for 55-pakket wordt het ETS voor luchtvaart aangescherpt en herzien. Zodat het ETS en CORSIA naast elkaar kunnen bestaan. Dit moet per 1 januari 2024 afgerond zijn, om te kunnen starten met de invoering van CORSIA.

Lees meer over de verplichtingen van EU ETS op de website van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEA).

Onderzoek naar gevolgen van andere broeikasgassen

Naast CO2 wil het kabinet ook weten wat de uitstoot van andere broeikasgassen voor gevolgen heeft op het klimaat. In Nederland doen het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) en weerinstituut KNMI daar onderzoek naar. Zodat ook deze stoffen over een tijd onderdeel worden van het klimaatbeleid voor de luchtvaart. Het gaat om de uitstoot van:

  • waterdamp (H2O)
  • stikstofoxiden (NOX)
  • zwaveloxiden (SOX)
  • koolmonoxide (CO)
  • koolwaterstoffen (HC)
  • fijnstof (waaronder roet)

Deze stoffen kunnen op verschillende manieren zorgen voor opwarming van de aarde. Bijvoorbeeld door het vormen van condensstrepen en wolken, ozon (O3), methaan (CH4) en aerosolen. Dit zijn kleine stof- of vloeistofdeeltjes die in de lucht zweven. Het ontstaan en het effect van deze stoffen op het klimaat hangt af van de omstandigheden in de lucht. Zoals het moment van de uitstoot en de plek (het gebied, de hoogte en de temperatuur).

Lees meer over de onderzoeken van het RIVM naar fijnstof en ultrafijnstof.